Het leven is een straat vol stopborden
De eerste net zo betekenisloos als de volgende
Het wegdek kraakt onder zijn eigen gewicht
Talrijk zijn de groeves en putten
Op die avenue van asfalt raast mijn lichaam
als een voertuig onbesuisd voor aanrijding
Hij scheurt een man voorbij die smeekt te stoppen
Maar de snelheid verwaait zijn woorden
Hier en daar dreigt een wiel onderuit te schieten
of verwond ik een voetganger met een bekend gezicht
Dan pleeg ik vertwijfeld vluchtmisdrijf
in de hoop later de brokken nog te kunnen lijmen
Bedroefd gaat de zware voet weer op het gaspedaal
En verdwijnt de achteruitkijkspiegel door de ruit
Nu rest mij enkel nog de weg naar de eindmeet
De weg die altijd korter wordt ook al sta je stil