Verdwaald als een richtingloze wind
zoek ik naar de toekomst
die gestikt is in de palm van mijn hand;
voor het begrijpen was er het voelen
van hand op hals, van warmte zonder woorden
nu rest me enkel het wijzen
naar alles wat pijn doet
en tegelijk zo onlosmakelijk
deel van mij is –
ten einde raad blaas ik woorden
naar een voorbijganger:
weet jij toevallig
waar ik de toekomst moet zoeken?